In het latijn zijn er teksten geschreven die later vertaalt zijn. Dit zijn teksten over de geschiedenis, fabels maar ook zegswijzen.

Hieronder staan er verschillende in het latijn. Maak kennis!

Zegswijzen

Sententiae


Pecunia non olet
  • Geld stinkt niet 
  • Hoe je aan je geld komt maakt niet uit

Foruna caeca est

  • Het lot is blind
  • Het lot houdt met niemand rekening

Aquilae non captant muscas

  • Adelaars vangen geen vliegen
  • Een belangrijk persoon houdt zich niet bezig met kleinigheden

Lapsus linguae

  • Uitschuiver van de tong 
  • Een verspreking

Umbram suam timet

  • Hij is bang van zijn eigen schaduw

Omne principium difficile est

  • Alle begin is moeilijk

In vino veritas

  • De waarheid zit in de wijn
  • Als mensen gedronken hebben komt hun ware aard boven

Cum grano salis

  • Met een korreltje zoutiets met een korreltje zout nemen, betekent het niet al te letterlijk nemen 

Verba volant, scripta manent

  • Woorden vervliegen, geschriften blijven

  • Wat gezegd wordt gaat verloren, wat geschreven staat blijft altijd gekend

Inter arma silent legis

  • De wetten zwijgen tussen de wapens
  • Wetten zijn van geen tel in de oorlogstijd

Asinus ad lapidem eundem non bis offendit

  • Een ezel stoot zich geen twee keer aan dezelfde steen
  • Wie twee keer dezelfde stommiteit begaat is zo dom als een ezel 

Aeneas vlucht uit Troje en sticht een stad.

tekst 1

Troia urbs in litore Asiae est. Ibi Graeci bellum gerunt et urbem oppugnant. Aeneas cum patre Anchise, cum filio Ascanio et cum amicis paucis e patria fugit. In Latio post multa proelia cum Turno rege novum oppidum, Lavinium, condit.

Troje is een stad aan de kust van Klein-Aziƫ. Daar voeren de Grieken oorlog en belegeren de stad. Aeneas vlucht met zijn vader Anchises, zijn zoon Ascanius en enkele vrienden uit zijn vaderland. In Latium sticht hij een nieuwe stad, Lavinium.

De geboorte van Romulus en Remus

Tekst 2

Post multos annos Numitor regnum habet sed Amulius regem fugat. Tum etiam Rheam Silviam, filiam fratris, sacerdotem Vestae fieri iubet. Sic virgo manere debet. Sed Rhea Silvia Marte gravida est, ut ipsa dicit. Ergo Romulus et Remum filii Rheae Silviae et Martis sunt.

Na vele jaren heeft Numitor de macht, maar Amulius verdrijft de koning. Dan beveelt hij ook Rhea Silvia, de dochter van zijn broer, priesteres van Vesta te worden. Zo moet zij maagd blijven. Maar Rhea Silvis is zwanger van Mars, zo beweert zijzelf. Dus zijn Romulus en Remus de zonen van Rhea Silvia en van Mars.


De wolvin en de herder

Tekst 3

Amulius rex geminos fratres occidere vult. Iubet Romulum Remumque deportare atque impositos fisco in Tiberim fluvium abicere. In collibus et praeter ripas fluvii multae lupae errant. Forte lupa vagabunda Romulum et Remum invenit nutritque. Postea faustulus pastos pueros regios invenit, eos domum fert et Accae Larentiae, uxori suae, dat. In casa sua pueros alunt educantque.

Koning Amulius wil de tweelingbroers doden. Hij beveelt Romulus en Remus weg te voeren en hen in een mandje (gelegd) in de Tiber te gooien. Op de heuvels en langs de oevers van de rivier zwerven veel wolvinnen. Toevallig vindt een zwervende wolvin Romulus en Remus en voedt (hen). Later vindt de herder Faustulus de koninklijke kinderen, neemt hen mee naar huis en geeft (hen) aan zijn vrouw, Acca Larentia. In hun huis geven ze de kinderen eten en voeden (hen) op.


Maak een gratis website. Deze website werd gemaakt met Webnode. Maak jouw eigen website vandaag nog gratis! Begin